Ze zijn familie van de komkommer en zien eruit als kleine watermeloenen, ongeveer zo groot als een druif. Qua smaak is het een mix van komkommer en citrusvrucht. Net als de citroenkomkommer dus. Leuk voor in een salade, en kinderen zijn er dol op! Wil jij ook cucamelon kweken? Lees dan snel verder.
Als je moestuiniert én op Instagram zit, dan heb je ze vast al eens gezien: cucamelons. Deze schattige minikomkommers doen het goed op foto’s, maar zijn vooral erg lekker. Cucamelons, ook bekend als muismeloen of “mouse melons”, zijn dus zeker een unieke en leuke aanwinst om te kweken in je moestuin.
Hieronder vind je wat tips voor het succesvol kweken van cucamelons in je moestuin.
Hoe muismeloen zaaien
Cucamelon kweken begint met voorzaaien. Dit doe je binnen, begin april. Neem een aantal kleine potjes met zaai- en stekgrond en stop in elk potje een zaadje, op ongeveer een halve centimeter diepte. Geef water en zet de potten weg op een zonnige, warme plek.
- Het kiemen duurt lang bij cucamelons: het kan tot wel 2 weken duren voordat je wat ziet opkomen. Heb dus geduld met deze kleine rakkers. Zodra de plantjes opkomen verzorg je ze goed door ze veel zon en regelmatig water te geven.
- Worden de plantjes te groot voor de pot, dan kun je ze eventueel transplanteren naar grotere potjes.
Muismeloen kweken
Cucamelons houden van warm weer. Je kunt ze dus pas buiten zetten na de ijsheiligen, zo rond half mei. Kies daarvoor juiste locatie: ze houden van volle zon en warmte, dus kies een plek in de moestuin die volle zon krijgt en beschermd is tegen de wind. Je kunt cucamelon kweken in een pot of in de vollegrond.
- Kies bij het uitplanten de juiste grond: ze hebben goed doorlatende grond nodig, dus zorg ervoor dat de grond voldoende afwatert. Voeg eventueel compost of organische meststoffen toe aan de grond om de vruchtbaarheid te verhogen. Zo heeft de plant alvast lekker veel voedingsstoffen om straks goed te groeien.
- Zorg voor voldoende water. Zeker als ze buiten in een pot staan, want dan droogt de grond veel sneller uit. Voel dus regelmatig of de grond nog vochtig is. Cucamelons hebben sowieso regelmatig water nodig, vooral tijdens de groei en bloei. Zorg er dus voor dat de grond altijd vochtig blijft, maar niet overmatig nat.
- Cucamelons kunnen lange ranken vormen, dus het is belangrijk om ze te leiden langs gaas zodat ze lekker de hoogte in kunnen. Doe dit in het begin regelmatig, zeker als je meerdere planten hebt. De hele dunne uitlopers raken snel ‘in de knoop’ dus help ze een handje om mooi gelijkmatig verspreid te groeien.
- Voeg regelmatig een schep compost of andere organische mest toe aan de grond om de groei en de productie van de cucamelons te bevorderen.
- Oogst cucamelons als de vruchtjes nog klein zijn, zo’n 3 centimeter. Groter smaken ze hetzelfde, maar de vruchtjes bevatten dan grotere en hardere pitten en dat is toch minder lekker. Bovendien bevordert regelmatig oogsten nieuwe vruchtaanmaak, waardoor je een veel betere oogst zult hebben!
Hoe eet je muismeloen?
Muismeloen eet je het makkelijkst als snackgroente, zo uit het vuistje. Maar omdat ze er zo leuk uitzien, kun je ze ook gehalveerd verwerken in salades. Warm vind ik ze zelf niet lekker. En inmaken heb ik ook eens geprobeerd, maar dat kwam de structuur niet ten goede. De schil blijft dan hard en de binnenkant wordt een beetje slijmerig. Niet veel aan doen dus, ze zijn al lekker van zichzelf!
Dus, conclusie: cucamelons zijn een leuke en unieke toevoeging aan je moestuin en met de juiste zorg en aandacht zijn ze heel gemakkelijk te kweken. Probeer ze eens uit en geniet van deze smakelijke en decoratieve groente in jouw maaltijden en salades.